Friese urgentieverordening

Begin september zijn alle Friese gemeenteraden via een drietal informatiesessies geïnformeerd over de Friese urgentieverordening. De wet versterking regie op de huisvesting verplicht gemeenten namelijk om binnenkort te beschikken over een urgentieverordening voor een aantal specifieke groepen (bijvoorbeeld personen die uit maatschappelijke opvang komen, afkomstig uit jeugddetentie, mantelzorgers, afkomstig uit jeugdhulp met verblijf, etc.). De wil en de roep vanuit de provincie om een dergelijke urgentieverordening binnen Fries verband op te stellen juichen we van harte toe. Immers, verschillende lokale urgentieverordeningen werkt ongelijkheid in de hand. 
 


Maar wat schetst onze verbazing? De kaders van de urgentieverordening worden vastgesteld door de Friese wethouders: denk hierbij aan welke doelgroepen vallen binnen de urgentieverordening, een wijze van beoordeling, de rol van statushouders, volgordebepaling, etc. Kortom, de spelregels waaraan de uiteindelijke urgentieverordening moet voldoen. Alleen de uiteindelijke volledige urgentieverordening zou ter vaststelling voorgelegd worden aan de raad. 
 
Voldoende aanleiding voor de VVD om dit proces intern aan de kaak te stellen. Helaas had dit niet het gewenste effect dus zijn we met een motie gekomen, om alsnog de kaderstellende rol bij de gemeenteraad neer te leggen. Onze kritiek was tweeledig: 

  1. Procedureel: de gemeenteraad is het kaderstellende orgaan. 
  2. Inhoudelijk: door de uitgangspunten niet door de afzonderlijke gemeenteraden vast te stellen kan de wethouder niet kennis nemen van het standpunt van de raad. Als op basis hiervan een urgentieverordening wordt gemaakt en wordt voorgelegd aan de raad, dan is de kans groot dat de wethouder verrast kan worden door de raad, omdat de urgentieverordening niet voldoet aan dat wat de raad wil. Gevolg is een reeks aan amendementen, in wellicht verschillende gemeenten. Kortom: meer gedoe. De komst van een Friese urgentieverordening is dan verder weg dan ooit. Door de kaders juist vast te laten stellen door de raad geeft de wethouder dan ook ruggesteun en koers om samen met zijn collega’s de urgentieverordening verder uit te werken. Het kost aan het begin wellicht wat meer tijd, maar dat betaald zich ruimschoots uit bij de vaststelling van de urgentieverordening.

Je zou denken dat niemand in de raad tegen een kaderstellende rol kan zijn. Ondanks een vlammend betoog van onze kant waren de collegepartijen en D66 niet overtuigd. De motie kon dan ook, tot grote teleurstelling van een groot deel van de oppositie, niet rekenen op een meerderheid.
 
Benieuwd naar de motie? Lees hem hier: https://leeuwarden.bestuurlijkeinformatie.nl/Reports/Item//f6b47622-97bd-412e-b3ac-dcaae3043c73

Woordvoerder - Geu Luik